Het besluitvormingsproces van de consument uitgelegd

Het besluitvormingsproces van de consument uitgelegd
paly

Leer hoe en waarom mensen kopen in deze video van Pearson Sol over het consumentengedrag en het besluitvormingsproces bij aankopen.

  • Uploaded on | 0 Views
  • zahar zahar

About Het besluitvormingsproces van de consument uitgelegd

PowerPoint presentation about 'Het besluitvormingsproces van de consument uitgelegd'. This presentation describes the topic on Leer hoe en waarom mensen kopen in deze video van Pearson Sol over het consumentengedrag en het besluitvormingsproces bij aankopen.. The key topics included in this slideshow are . Download this presentation absolutely free.

Presentation Transcript


1. H5 Consumentengedrag HOE EN WAAROM MENSEN KOPEN http://www.youtube.com/watch?v=HPI-m3JWhbg

2. 5.2 Besluitvormingsproces consument : Pearson: Solomon: Marketing Real Life

3. koopbeslissingsproces vijf fasen (B2C): 1 Probleemherkenning : bewustwording van een behoefte of ervaring van een probleem 2 Informatie zoeken : zowel intern (geheugen) als extern zoeken (raadplegen van ervaringsbronnen en internet). 3 Evalueren van alternatieven : beoordeling van producten in de evoked set op basis van keuzecriteria. 4 Product kiezen: benvloed door de koopintentie en situationele factoren. 5 Evaluatie na de koop : mate van tevredenheid en cognitieve dissonantie (gevoel van twijfel na de aankoopbeslissing).

4. 1. Uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO) (Complex buying behaviour) De aanschaf is belangrijk ( high-involvement producten) 2. Beperkt probleemoplossend aankoopgedrag (BPO) ( dissonance reducing buying behaviour) producten al enigszins bekend is, hooguit wat aanvullende informatie zoeken, bijvoorbeeld over de prijzen van onbekende merken. 3. Routinematig aankoopgedrag)(RAG) (Habitual buying behaviour) Voor low-involvement producten of impulsaankopen handelt de consument uit gewoonte (merkentrouw) of interesseren hem de eventuele verschillen tussen de merken niet. 5.2.1 Howard en Sheth: 3 vormen van orintatie- en koopgedrag :

5. : Pearson: Solomon: Marketing Real Life

6. Marketing op besluitvormingsproces : Pearson: Solomon: Marketing Real Life

7. 5.3 Invloeden op besluit : Pearson: Solomon: Marketing Real Life

8. 5.3 Psychologische (interne) factoren: 5.3.1 perceptie : het selectief waarnemen, verwerken en interpreteren van informatie; 5.3.2 motivatie : de krachten achter het gedrag behoeften : een fundamentele drijfveer van het gedrag 5.3.3. leerprocessen : NATURE OR NURTURE ( stimulus-responsmodel (behavioristisch) (Pavlov)of cognitieve leertheorie ) 5.3.4 attitudes : de aangeleerde neiging om op consequente manier te reageren op bepaalde zaken, ideen of personen. 5.3.5 persoonlijkheid : de ervaringen, psychologische eigenschappen en gedragskenmerken die ieder mens uniek maken; 5.3.6 leeftijdsgroep: 5.3.7 gezinslevenscyclus: 5.3.8 levenstijl (Activiteiten, Interesses, Opinie)

9. Behoeften Pyramide Maslow

10. 5.3.4.Attitudes/houding drie dimensies: 1 Cognitieve component ( kennisaspect ): kennis en opvattingen over het object 2 Affectieve component ( gevoelsaspect ): emoties en gevoelens ten opzichte van het object. 3 Conatieve component ( gedragsaspect ): geneigdheid om tot een bepaalde actie (zoals een aankoop) over te gaan. 3.6

11. 5.3.1. Perceptie Perceptie : Hoe kijkt iemand tegen iets aan. Subjectief iedere consument denkt verschillend over product Selectief invloed van persoonlijke omstandigheden en ervaringen. Selectieve blootstelling : niet iedereen is in de gelegenheid een bepaalde communicatie uiting waar te nemen Selectieve aandacht: alleen aandacht voor reclame die op dat moment relevant is Selectieve interpretatie : consumenten houden vast aan een bepaald beeld wat zij hebben van een product Selectieve herinnering: consumenten onthouden alleen informatie uit de reclameboodschap die relevant is 3.5

12. 5.4 Situationele invloeden : Pearson: Solomon: Marketing Real Life

13. 5.5 Sociale invloeden cultuur : de normen en waarden, kennis en symbolen die op volgende generaties worden overgedragen om vorm te geven aan hun levenswijze Subcultuur: cultuur binnen cultuur: o.a. Punk, Gothic, Fries sociale klasse : welstandsklassen in de Nederlandse samenleving aangeduid met A, B1, B2, C en D; referentiegroepen : benvloeden de houding en het gedrag (waaronder de merkkeuze) van iemand die zich met een lidmaatschapsgroep verbonden voelt; gezin : huishouding van familieleden die in dezelfde woning regelmatig samen eten en slapen (verschillende rollen, gebruiker, beslisser etc) 3.7

14. Sociale klasse : indeling volgens beroep, opleiding, leeftijd Klasse A = welgestelden = 10 % (directeuren grote bedrijven, hoge ambtenaren en vrije beroepen) Klasse B1 = bovenlaag middengroep = 11.5 % (directeuren KMOs, grotere middenstanders, semi-hoge ambtenaren, hogere managers) Klasse B2 = onderlaag middengroep = 22 % (ambtenaren in middenposities, middengroep middenstanders, middenkader) Klasse C = minder welgestelden = 40 % (kleine middenstanders, lager kantoorpersoneel, geschoolde arbeiders) Klasse D = minst welgestelden = 16.5 % (ongeschoolde werknemers)

15. - (we)blogs - Communities - Chatrooms - Spellen - Sites o.a vergelijkingssites als kieskeurig.nl, zoover.nl Consumer-to-consumer e-commerce

Related


No related presentations.